Licht om te zien

Als eerste en elementaire vorm van het licht noemde Kelly het "ambient luminescence"; een begrip dat kan worden vertaald als "licht om te zien". Dit element zorgde voor een algemene verlichting van de omgeving, het zorgde ervoor, dat de omringende ruimte, zijn objecten en de mensen erin zichtbaar waren. Deze vorm van verlichting, die voor een algemene mogelijkheid voor oriëntatie en activiteiten zorgde, kwam door de omvattende en gelijkmatige uitlijning verregaand overeen met de voorstellingen van de kwantitatieve lichtplanning. Anders dan daar was licht om te zien geen doel op zich, maar vormde het slechts de basis voor een verdere lichtplanning. Er werd niet gestreefd naar een algemene verlichting van een vermeende optimale verlichtingssterkte, maar naar een gedifferentieerde verlichting, die op het basisniveau van het ambient light voortborduurde.