myERCO

myERCO

Met uw kosteloos myERCO account kunt u artikelen noteren, productlijsten voor uw projecten aanmaken en offertes aanvragen. Bovendien heeft u continu toegang tot alle ERCO media in het downloadgedeelte.

Aanmelden

U hebt artikelen in uw aantekenlijst

Technische omgeving

Technische omgeving

Globale standaard 220V-240V/50Hz-60Hz
Standaard VS/Canada 120V/60Hz, 277V/60Hz
  • 中文

Wij tonen u onze inhoud in het Nederlands. Productgegevens worden voor een technische omgeving met 220V-240V/50Hz-60Hz weergegeven.

Aanpassing van het oog aan de luminantie in het gezichtsveld. Gebeurt eerst door vergroting of verkleining van de pupillen, maar in veel grotere omvang echter door de gevoeligheidsverandering van de netvliesreceptoren en het wisselen tussen fotopisch zien en scotopisch zien (zie ook oog).

Adaptie

Typische Beleuchtungsstärken E und Leuchtdichten L unter Tageslicht und künstlicher Beleuchtung

Adaptie

Dag en nacht

Eén van de meest opvallende prestaties van het oog is de mogelijkheid, om zich in te stellen op verschillende verlichtingsverhoudingen; wij nemen onze omgeving zowel in maanlicht en in zonlicht waar, hoewel de verlichtingssterkte hierbij met een factor 100.000 verschilt. Het prestatievermogen van het oog strekt zich zelfs over een nog groter bereik uit - een zwak stralende ster aan de nachtelijke hemel wordt nog waargenomen, hoewel er in het oog slechts een verlichtingssterkte van 10-12 lx wordt bereikt.

Luminantie

Adaptie

Het aanpassingsvermogen aan de verlichtingssterkte wordt slechts door een zeer klein deel door de pupil geleverd; het grootste deel van het adaptatievermogen wordt door het netvlies geleverd. Hierbij worden het door systeem van staafjes en kegeltjes bereiken van verschillende lichtsterkte bestreken; het staafjessysteem werkt in het bereik van het nachtzien (scotopisch zien), de kegeltjes maken het dagzien (fotopisch zien) mogelijk, terwijl in het overgangsbereik van het schemerzien (mesopisch zien) beide receptorsystemen zijn geactiveerd.
Hoewel het zien mogelijk is in een zeer groot luminantiebereik, bestaan er voor de waarneming van contrasten in iedere afzonderlijke verlichtingssituatie duidelijk smallere grenzen. De basis hiervoor is het feit, dat het oog niet in het totale bereik van de zichtbare luminanties gelijktijdig kan bestrijken, maar dat het zich steeds voor een bepaald, smaller deelbereik aanpast, waarin dan een gedifferentieerde waarneming mogelijk is. Objecten, die voor een bepaalde adaptatietoestand een te hoge luminantie bezitten, verblinden en hebben zo een ongedifferentieerd helder effect; objecten met een geringere luminantie hebben daarentegen een ongedifferentieerd donker effect.

Adaptatietijd

Adaptie

De nieuwe adaptatie aan lichtere situaties verloopt relatief snel, terwijl er voor de adaptatie aan het donker aanzienlijk langere tijd benodigd kan zijn. Duidelijke voorbeelden hiervan zijn de ervaring van verblinding bij de overgang van een donkere bioscoopzaal naar het daglicht of de tijdelijke nachtblindheid bij het betreden van een minimaal verlichte ruimte. Zowel het feit, dat luminantiecontrasten van het oog slechts in een bepaalde omvang kunnen worden verwerkt, en het feit, dat de adaptatie aan een nieuw verlichtingsniveau tijd nodig heeft, heeft effecten op de lichtplanning; zoals bijvoorbeeld bij de bewuste planning van luminantiestappen in een ruimte of bij de aanpassing van verlichtingsniveaus in aangrenzende gedeelten.

Wilt u meer te weten komen?

Overige onderwerpen over het menselijk oog

Heeft u meer informatie nodig?

Producten

Projecten

Downloads

Licht plannen

Bestand integreren

Contact

Inspiratie